SLOTBESCHOUWING

Criminele inmenging: Een einde aan onwetendheid, machteloosheid en onschuld

Nederland heeft een probleem. De ondermijnende effecten van de georganiseerde criminaliteit zijn enorm en worden door sommige deskundigen zelfs als onbeheersbaar bestempeld. Er is sprake van ontoelaatbare criminele inmenging in het normale leven van burgers, ondernemingen, vrije beroepen, democratische instituties en organisaties in de justitiële keten. Dat brengt grote risico’s met zich mee voor de fundamenten waarop onze samenleving is gebouwd. Ondermijning is letterlijk het aantasten van de fundamenten van bouwwerken, waardoor ze uiteindelijk instorten. In relatie tot criminaliteit bedoelen we de verweving tussen onderwereld en bovenwereld, waardoor de fundamenten van onze samenleving, onze sociale structuren en uiteindelijk de rechtsstaat, worden aangetast en uiteindelijk ook kunnen instorten. Dat komt omdat criminelen gebruik moeten maken van de mogelijkheden die de bovenwereld ze biedt om hun activiteiten uit te voeren. Ze gebruiken daarbij misleiding, omkoping, geweld en intimidatie als middel om hun doelen te bereiken.

Ook op bedrijventerreinen in heel Nederland vinden criminelen de gelegenheid om te overleggen en hun criminele activiteiten uit te voeren of te faciliteren. Ze misbruiken bijvoorbeeld de opslagmogelijkheden en transportfaciliteiten van bonafide ondernemers. Criminelen weten hun winsten wit te wassen door de aankoop van kapitaalgoederen als woningen, winkels en bedrijven en misbruiken daarvoor onze systeembanken. De economische mededinging en de huizenmarkt worden hierdoor verstoord. Amsterdam blijkt steeds meer het centrum van internationale drugshandel. Vanuit die stad wordt de cocaïne-invoer en doorvoer via de havens van Antwerpen en Rotterdam gecontroleerd en het is te verwachten dat ook bij nieuwe infrastructurele ontwikkelingen, criminelen deze weten te vinden en gebruiken. Zo zal de nieuwe zeesluis in de IJmond het havengebied rond het Noordzeekanaal een impuls geven. Burgemeesters maken zich grote zorgen over de komst van grote containerschepen die gepaard zal gaan met internationale drugssmokkel en aanverwante malafide praktijken in het hele gebied.


“Amsterdam blijkt steeds meer het centrum van internationale drugshandel.”

De huidige inzet om deze ontwikkelingen tegen te gaan is omvangrijk, maar tegelijkertijd niet toereikend. Zo blijkt de vondst van steeds grotere hoeveelheden drugs door de politie en douane geen invloed te hebben op de marktprijs. Het niet gevonden deel is kennelijk vele malen groter. En hoewel de vervolging van drugscriminelen steeds beter slaagt, weet de justitiële keten de toenemende bewapening door criminele organisaties niet te stuiten. De huidige aanpak lijkt geen halt toe te kunnen roepen aan de gevaarzetting voor burgers en bedrijven.

We hebben een aanvullende, meer collectieve aanpak nodig. Een aanpak die breder is dan de inzet van overheidsinstanties alleen. Het project ‘Red Flags bij criminele inmenging’ laat zien dat bedrijven een belangrijke rol kunnen spelen in deze collectieve aanpak van de georganiseerde criminaliteit, maar dat dat ook van hen een andere houding ten aanzien van de problematiek mag worden verwacht, door een alerte opstelling en vooral niet ‘wegkijken’.

Criminele inmenging is het proces waarbij een actor van een criminele organisatie zich gericht wendt tot en verbindt aan een bonafide onderneming, waardoor deze onderneming zonder doelbewuste intentie een facilitator wordt van criminele activiteiten. Het begrip criminele inmenging breekt daarmee de tweedeling dader-slachtoffer en onder- en bovenwereld open. Wanneer de onderwereld zich vermengt met de bovenwereld zijn er meer dan deze twee rollen te onderscheiden.

Graag zien bonafide ondernemers zichzelf als onwetende passant, machteloze toeschouwer of onschuldige bemiddelaar als het gaat om het spanningsveld tussen onder- en bovenwereld. Minder graag zien ze zichzelf als medeplichtigen, wat ze juridisch veelal ook niet zijn, terwijl ze criminelen wel degelijk (al dan niet bewust) feitelijk van dienst zijn. Het begrip criminele inmenging stelt ons daarmee in staat na te denken over welke rol bedrijven zelf spelen of menen te spelen bij het faciliteren van criminele ondermijning. Het is de ondernemer die gelegenheid tot criminele inmenging biedt, die dit gedrag probeert te rechtvaardigen vanuit individuele onmacht en die hierbij soms handelt vanuit welbegrepen eigenbelang.

Drie omstandigheden die Cressey (1953) in zijn ‘fraudedriehoek’ gebruikt om fraude te verklaren (Cressey, 1953), namelijk gelegenheid, zelfrechtvaardiging en drijfveren, helpen ons de drie rollen te ontdekken die de eerder genoemde tweedeling van daders en slachtoffers doorbreekt.

1. Het bieden van gelegenheid: “Ik herken dit niet bij ons.”

Doordat bedrijven criminele inmenging niet herkennen, wordt criminelen gemakkelijk de gelegenheid geboden om de onderwereld met de bovenwereld te verbinden. Voorwaarde om criminele inmenging tegen te gaan is kennis te hebben over de werkwijzen van criminelen. Bedrijven die het minst weten over criminele inmenging zijn een gemakkelijk doelwit voor criminelen. Zij nemen niet de benodigde beheersmaatregelen die de kans op criminele inmenging vermindert. Daarmee stellen zij zich bloot aan criminele inmenging en mogelijke gevolgen als reputatieschade, financiële schade en psychisch of fysiek letsel. Criminele inmenging raakt de kern van het bedrijf: het zijn juist de kernactiviteiten waar de criminelen misbruik van maken.

2. Het rechtvaardigen van eigen gedrag: “Je kunt er toch niets tegen doen.”

Als bedrijven hun rol bij het voorkomen van criminele inmenging niet erkennen, wordt het voor hen eenvoudiger om misbruik door criminelen van hun bedrijfsprocessen te rechtvaardigen. Voorwaarde om criminele inmenging te bestrijden is dat bedrijven inzien dat zij een cruciale rol kunnen spelen in de strijd tegen criminele inmenging. Het wordt dan voor een ondernemer moeilijker de rol van machteloze toeschouwer te spelen. De rol van machteloze toeschouwer past heel goed bij de gangbare maatschappelijke rolverdeling tussen private en publieke partijen. Private partijen acteren zogezegd vanuit eigenbelang en publieke partijen dienen dan het publieke belang. Deze rolverdeling vervaagt wanneer er een gemeenschappelijk belang in het spel is zoals bij bouwprojecten en het bestrijden van een crisis, zoals de Coronapandemie, waar partijen besluiten tot Publieke Private Samenwerking (PPS). De invloed van criminele ondermijning op de maatschappij neemt zulke grote vormen aan dat zowel belangenorganisaties van ondernemers als overheden het belang van nauwe samenwerking zouden moeten onderkennen. Belangenorganisaties vertegenwoordigen niet alleen het eigenbelang van de ondernemers maar stimuleren ondernemers ook te denken vanuit het maatschappelijk belang.

3. Het volgen van commerciële drijfveren: “Ik run gewoon een eerlijk bedrijf.”

Als bedrijven weigeren te erkennen wat hun faciliterende rol is bij criminele inmenging, blijft het acceptabel om vanuit commerciële drijfveren met criminelen in zee te gaan. Voorwaarde om niet mee te gaan met criminele inmenging is dat er beheersingsmaatregelen genomen worden die voorkomen dat een ondernemer ruimte voor criminele inmenging biedt. Er moet worden gestreefd naar een situatie waarin het algemeen geaccepteerd is dat iedere ondernemer zich tegen criminele inmenging wapent. Het wordt dan voor een ondernemer moeilijker de rol van onschuldige bemiddelaar te spelen. De rol van onschuldige bemiddelaar sluit naadloos aan bij een puur winstgeoriënteerde motivatie voor handelen in het bedrijfsleven. Daarbij staat een deal centraal en niet de mogelijke negatieve gevolgen daarvan voor anderen. Wanneer collectieven van bedrijven zich verenigen om beheersingsmaatregelen te nemen en criminelen te weren, vermindert dit de prikkel voor individuele ondernemers om criminele inmenging toe te staan. Door te denken vanuit ketenverantwoordelijkheid ontstaat de mogelijkheid om collectief met leveranciers, klanten en branchegenoten te investeren in beheersingsmaatregelen die criminele afname, misbruik of infiltratie voorkomen. Er ontstaat dan een ‘level playing field’ waarin het niet mogelijk is vanuit een vermeende onschuld een oneerlijk concurrentievoordeel te behalen uit het faciliteren of gedogen van criminele inmenging.

Criminele inmenging biedt zicht op de rol die ondernemers kunnen spelen in het bestrijden van criminele ondermijning. Het start met het herkennen van dit fenomeen in de eigen onderneming, het erkennen dat je met je het eigen bedrijf een rol zou kunnen spelen bij het bestrijden van de problematiek van criminele ondermijning en het inzicht dat je als ondernemer vanuit een legitiem commercieel oogpunt nog te weinig investeert in het buiten de deur houden van criminelen. Enkele Individuele ondernemers die wij in het kader van het Red Flags onderzoek naar criminele inmenging spraken, hebben deze cruciale rol al opgepakt. Wat nog ontbreekt is dat meer ondernemers hun kernactiviteiten vanuit de optiek van criminele inmenging onder de loep nemen en dat zij criminele inmenging collectief en in samenwerking met publieke instanties tegengaan. De collectieve aandacht voor het gevaar van criminele inmenging zal de sociale controle op bedrijventerreinen vergroten. Die sociale controle is een vorm van sanctioneren en zal het effect van politieoptreden en vervolging door het Openbaar Ministerie kunnen aanvullen.

Een voorbeeld van de aanpak van een andere vorm van criminaliteit kan ons de weg wijzen. Tot enkele jaren waren gewelddadige woninginbraken een groot probleem. De politie adviseert nu over hang- en sluitwerk. Er is meer camerabewaking gekomen. Nog belangrijker is dat burgers en politie zijn gaan samenwerken. In een groot aantal plaatsen in ons land zijn veiligheidsapps in gebruik, waarin burgers en wijkagenten elkaar informeren over zaken die verdacht zijn. Misdaad is anoniem te melden. Gemeenten gebruiken grote matrixborden om mensen te informeren als er in hun buurt meer inbraken plaatsvinden. Politie en veiligheidscoördinatoren van gemeenten beleggen na incidenten avondbijeenkomsten om met buurtgenoten te spreken over de bedreigingen en wat daartegen te doen valt. Ook in dit voorbeeld is er dus sprake van bewustwording, samenwerken en eigen verantwoordelijkheid oppakken.

We kunnen ook leren van de aanpak van integriteitschendingen. We weten dat die in organisaties binnen afgesloten niches lager in de organisatie voorkomen of in de top van de organisatie als machtsafstand alle kritiek op afstand houdt. In beide gevallen is het moeilijk hier vat op te krijgen. De oplossing is gelegen in een combinatie van bewustwording van de schadelijke gevolgen van dergelijk gedrag, het oppakken van de eigen verantwoordelijkheid door elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag en dit zo nodig te melden en een combinatie van controlemechanismen. Overheidscontrole van buiten de organisatie kan helpen, maar ook de accountantscontrole, controle door stafafdelingen, de controle door de eigen leidinggevende, maar zeker de sociale controle onder collega’s.


“Bewustwording, samenwerking en verantwoordelijkheidsgevoel dragen bij aan de aanpak van criminele inmenging.”

De situatie rond criminele inmenging is complexer dan die van woninginbraken en integriteitsschendingen. Een nieuwe aanpak kan bestaan uit de samenwerking tussen vier compartimenten: burgers, bedrijven, overheid (met name politie en gemeenten), en kennisinstellingen. Burgers en bedrijven kunnen de sociale controle in hun omgeving versterken door zich meer te verenigen en een oog- en oorfunctie te gaan vervullen. In factsheets kunnen kennisinstellingen duidelijk maken naar welke signalen men op zoek moet gaan. Ondernemers kunnen periodiek bedrijventerreinscans invullen zodat er een beeld ontstaat van de ontwikkelingen die zich in een gebied voordoen. Deze aandacht zal ondernemers bewust maken van de inmengingsvormen die criminele organisaties in hun gebied kiezen en welke maatregelen hiervoor binnen het eigen bedrijf te nemen zijn. Ondernemers kunnen onderling tot collectieve acties komen die de veiligheid op een bedrijventerrein bevorderen. Politie en gemeenten kunnen informatie van burgers en bedrijven omzetten in preventieve en handhavende acties.

Het project ‘Red Flags’ heeft een aantal van dergelijke tools ontwikkeld die ondernemers hierbij kunnen faciliteren. Gezocht moet worden naar wat de optimale bijdrage van deze en andere tools per compartiment kan zijn. Daarbij gaat het niet alleen om de mogelijkheden, maar ook om de wijze van informatie-uitwisseling en wat aanvaardbare risico’s zijn voor het leveren van die bijdragen. Veelbelovende initiatieven1 met betrekking tot het ontwikkelen van indicatoren van ondermijning op bedrijventerreinen door de overheid en het weergeven van die indicatoren in dashboards, vragen om samenwerking met bedrijven en collectieven van bedrijven om de uitkomsten van zo’n dashboard te duiden en er handelingsperspectief aan te koppelen. Juist op dit laatste punt moeten er nog veel onderzocht worden. De ontwikkeling van de samenwerking tussen de compartimenten kan jaarlijks gemonitord worden door een kennisinstelling. Die samenwerking staat in veel gevallen nog in de kinderschoenen. Evaluatie van de onderzoeksuitkomsten zullen kunnen leiden tot effectievere resultaten, die de weerbaarheid van alle betrokkenen tegen criminele inmenging kunnen versterken.


Cressey, D. R. (1953). Other people's money; a study of the social psychology of embezzlement.