INDIVIDUELE WEERBAARHEID

Maak risico’s concreet, relevant en herkenbaar

Om ondernemers mee te nemen in wat criminele inmenging is, hoe het zich manifesteert en op welke manier het bedreigend kan zijn voor het eigen bedrijf, is het van groot belang om aan te sluiten bij de dagelijkse wereld van de ondernemer. We denken dat branche-specifieke kennis daarbij helpt zodat ondernemers criminele inmenging in het eigen bedrijf makkelijker leren ‘zien’ en om abstracte begrippen te vertalen in concrete, herkenbare en relevante voorbeelden en signalen. Om daar recht aan te doen, ontwikkelden we voor een aantal branches waar criminele inmenging prominenter voet aan de grond krijgt factsheets van criminele inmenging, waar de dreigingen, verschijningsvormen en signalen van criminele inmenging in de branche overzichtelijk worden gemaakt.

In het onderzoeksproject Red flags bij criminele inmenging onderzochten we criminele inmenging in het mkb-bedrijfsleven. De focus van dit project was hoe bedrijven weerbaarder kunnen worden tegen criminele inmenging. Criminele inmenging bij mkb-bedrijven kent diverse vormen: van het accepteren van een grote cashbetaling (en daarmee wellicht meewerken aan witwassen), het ongezien meeliften door criminelen op bedrijfstransport en tot het infiltreren van medewerkers om een drugslevering in een kist bananen te onderscheppen. We maakten al een eerste indeling in verschillende typen criminele inmenging die we uitgebreider toelichtten in deze bijdrage. Daarin maakten we onderscheid tussen (1) criminele afname, (2) crimineel misbruik en (3) criminele infiltratie.

Om inmenging tegen te gaan, is het in eerste instantie belangrijk om ondernemers te voorzien van en te triggeren met voor hen relevante verhalen over criminele inmenging. En dat lukt alleen als we de dreigingen, signalen en verschijningsvormen van criminele inmenging voor hen concreet, herkenbaar en relevant maken. Wij merkten dat dat nu nog niet afdoende gebeurt. Een vastgoedondernemer voelt zich niet aangesproken als haar wordt verteld over crimineel misbruik bij transportorganisaties. Evenmin zal een beveiligingsbedrijf aanslaan bij verhalen over criminele klandizie in bouwmarkten.

Het is dan ook niet zo vreemd dat we in ons onderzoek overwegend ondernemers spraken voor wie criminele inmenging een ver-van-hun-bed-show is. Bij hen leeft vaak het idee dat criminele inmenging zich primair afspeelt bij ‘de ander’. Dat kan zijn in andere branches (een bouwbedrijf dat aangeeft: dat gebeurt bij ons niet, wij zijn niet interessant voor ze, in het transport kan ik me dat wel voorstellen ja). Maar ook dat de gedachte heerst dat criminele inmenging weliswaar voorkomt in de branche, maar geen reële dreiging is voor het eigen bedrijf. Een beveiligingsbedrijf: “Wij bedienen geen criminele klanten, want die kloppen niet bij ons aan. Wij komen daar niet, en we krijgen ook geen aanvragen van dit soort type bedrijven. Ze willen ons echt niet over de vloer. Die hebben hun eigen kennisjes waar ze van geleverd krijgen”. Andere ondernemers geven aan dat ze door deelname aan onderzoeksactiviteiten, bijvoorbeeld een gesprek, een interview, het uitvoeren van een bedrijfsanalyse of een bijeenkomst over criminele inmenging pas meer zijn gaan stilstaan bij opvallend gedrag van medewerkers en bijzondere klantverzoeken.

Willen we ondernemers en bedrijfspersoneel bewuster maken van criminele inmenging, als opstap om ze te helpen om criminele inmenging in het eigen bedrijf te leren zien, dan is het zaak dat we nadrukkelijker stilstaan bij hun belevingswereld: de eigen branche. In relatie tot criminele inmenging, is het dus van belang om branche-specifieke kennis te verzamelen en dit overzichtelijk te presenteren. Want we constateren dat, ondanks de overeenkomsten, in verschillende branches verschillende dreigingen, signalen en verschijningsvormen van criminele inmenging voorkomen. Criminele inmenging: de branche maakt verschil Kijken we over de branches heen, dan komen sommige vormen van inmenging vooral voor in een of enkele branches, waar andere vormen bij alle branches lijken voor te komen. De inmengingsvorm criminele afname – de afname van producten en diensten door criminelen – beperkt zich bijvoorbeeld niet tot enkele branches. De georganiseerde misdaad huurt bedrijfsruimten, neemt grondstoffen en apparatuur af, maakt gebruik van financiële, juridische en administratieve diensten, schermt informatie af en huurt beveiliging in. Daarbij wordt ook een beroep gedaan op bedrijven uit de omgeving (Kruisbergen, van de Bunt & Kleemans, 2012). In ons onderzoek zien we dat criminele afname van toepassing is in de automotive, transport & logistiek, groothandelsbranche, productiesector, vastgoedsector en beveiligingsbranche. Tegelijkertijd is de manier waarop dat gebeurt, wel verschillend.

Criminele infiltratie – de binnendringing van criminelen in het bedrijf – is daarentegen een inmengingsvorm die zich veelal concentreert in de transport-, logistieke- en beveiligingssector weten we ook uit ander onderzoek (Van Wijk e.a., 2020, Bervoets e.a., 2020). In ons onderzoek zien we ook voorbeelden waarbij er evidente signalen zijn van ‘hulp van binnenuit’. Een ondernemer vertelt: “als je de camerabeelden ziet, dan lopen mensen met kappen op precies naar de spullen die ze nodig hebben. (…) het kan niet zo zijn dat iemand gewoon een loods binnenloopt, exact weet waar een pallet staat.” Bij een beveiligingsbedrijf zagen we dat bedrijfspersoneel medewerking verleende aan een bankroof, waarbij eveneens duidelijke signalen waren dat er sprake was van hulp van binnenuit. Deze vorm van inmenging (een inside job) lijkt in andere branches (zoals in de automotive, productie of vastgoed) minder voor te komen.

Een tweede argument om een onderscheid te maken op branche-niveau is dat een signaal in de ene branche, een reguliere activiteit in de andere branche kan betekenen. Denk bijvoorbeeld aan activiteit op ongebruikelijke tijdstippen (’s avonds, in het weekend). In veel branches wordt dit snel als verdacht gezien. Criminelen willen het liefst buiten het zicht van omstanders hun werk doen, dus op tijdstippen wanneer de sociale controle minimaal is. In de logistiek is dit echter niet aan de orde, daar kan juist het gebrek aan 24/7 activiteit een opvallend signaal zijn. In de productiesector is het bijvoorbeeld helemaal niet zo verdacht als een klant informeert naar hele specifieke producten of diensten, al kunnen die tegelijkertijd ook een criminele toepassing hebben (zo heeft Philips jaren lang kweeklampen verkocht die veel in de hennepteelt zijn ingezet). Maar wanneer een klant zonder logische verklaring of goede motivatie tot een aantal keer toe bij een verhuurder van een bedrijfspand informeert naar de aanwezige elektra in een pand dan is dat op zijn minst verdacht.

Dominante inmengingsvormen en signalen blijken dus afhankelijk van de branche waarin een ondernemer actief is. Afhankelijk van de branche zijn deze signalen ook meer of minder zichtbaar of van toepassing. Het is dus van belang om als ondernemer te weten welke signalen en verschijningsvormen van criminele inmenging in de eigen branche aandacht behoeven. Branchekennis gebundeld: factsheets voor ondernemers Dat ondernemers nog vaak geen gerichte en toegesneden informatie krijgen over criminele inmenging in de branche, belemmert hen om alert te zijn. Om deze reden ontwikkelden we voor ondernemers branchespecifieke factsheets. In deze factsheets maken we overzichtelijk waarom en op welke manieren bedrijven in de branche kwetsbaar zijn voor criminele inmenging, hoe criminelen voet aan de grond krijgen in de branche en wat de belangrijkste signalen zijn van criminele inmenging in de branche. De doelstelling van de factsheets is tweeledig: enerzijds gaat het om bewustwording van de risico’s en verschijningsvormen van criminele inmenging in de branche, waar een onderneming door geraakt kan worden. Anderzijds gaat het om de vraag: hoe gaan criminelen dan te werk en waar kan ik dat aan herkennen? Zo krijgen bedrijven in een specifieke branche compacte en concrete informatie dat aansluit bij hun belevingswereld, met als doel ze alerter te maken op criminele inmenging. We ontwikkelden factsheets voor vijf branches: de autobranche, vastgoed, groothandels (met toevoeging transport & logistiek), beveiliging en productie. Die factsheets zijn hier gratis te downloaden. Ter illustratie van de opzet en uitwerking van de factsheets, lichten we de factsheet voor de vastgoedbranche (en dan met name de verhuur van bedrijfsvastgoed) onderstaand uit.


Factsheet Vastgoed

De factsheet opent met quotes van vastgoedondernemers die criminele inmenging – en de gevaren of schade die er kan ontstaan – aan den lijve hebben ondervonden.

Vervolgens zoomen we in op de branche-activiteiten die bedrijven kwetsbaarder kunnen maken. In de Vastgoed-factsheet gaat het dan om ‘Onregelmatigheden rondom de verhuur van panden’ en ‘Onrechtmatig gebruik van panden’. Vervolgens schetsen we concreet hoe criminelen voet kunnen krijgen bij bedrijven in de branche.

De factsheets worden afgesloten met een overzicht van veelvoorkomende signalen. We denken dat de meest belangrijke en meest voorkomende signalen zijn weergegeven in de factsheet.

Een eerste stap?

De factsheets zijn in die zin een eerste basis om verder op te bouwen. De nadruk ligt op bewustwording en het leren ‘zien’ van criminele inmenging. Bedrijven kunnen de factsheets verspreiden onder personeel, ophangen in de bedrijfskantine, en onderdeel maken van gesprek. Voor concretere interventiemogelijkheden in het bedrijf ontwikkelden we andere tools, zoals de Red flags checklists. Meer lezen hierover? Kijk dan hier of lees dit essay.


Bervoets, E., Corsel, M., Fortuin, G., Kaal, K., & Ven, M. van de. (2020). Doorbraak verzocht: Onderzoek naar kwetsbaarheden voor crimineel misbruik en (publiek-private) maatregelen in het beroepsgoederenvervoer over de weg. Verkregen van: https://www.tln.nl/app/uploads/2021/01/Doorbraak_verzocht_28_01_2021.pdf Kruisbergen, E.W., van de Bunt, H.G., Kleemans, E.R. (2012). Georganiseerde criminaliteit in Nederland. Vierde rapportage op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Den Haag: WODC. Wijk, A. van, Torre, E. van der, Barneveld, G. van, & Wolsink, J. (2020). Ondermijning op en rondom luchthaven Schiphol. Arnhem: Bureau Beke.