COLLECTIEVE WEERBAARHEID

Stimuleer verbindingen op bedrijventerreinen

Een effectieve aanpak van criminele inmenging op bedrijventerreinen is complex en afhankelijk van talloze actoren. Ondernemers, bedrijvenverenigingen, private organisaties, politie, gemeente en allerlei publieke of publiek-private samenwerkingsverbanden spelen een essentiële rol. In ons onderzoeksproject Red flags bij criminele inmenging keken we ook naar de rol en de waarde van collectiviteit op bedrijventerreinen binnen de aanpak van criminele inmenging. Op de bedrijventerreinen Noorderveld-Molletjesveer en Spaanse Polder bekeken we welke verbindingen er waren tussen ondernemers, politie, gemeente en welke verbindingen juist ontbraken. In dit artikel vergelijken we de twee bedrijventerreinen op basis van aanwezige of afwezige verbindingen en hun relatie tot de bestrijding van criminele inmenging. Daaruit leerden we diverse lessen, die ook op andere bedrijventerreinen toepasbaar zijn.


Een effectieve aanpak van criminele inmenging op bedrijventerreinen vraagt de gezamenlijke inzet en samenwerking van diverse partijen die deels afhankelijk van en complementair aan elkaar zijn (lees hier meer over waar een collectieve aanpak aan moet voldoen). Ondernemers, ondernemers-collectieven, gemeente, politie en andere publieke en private organisaties brengen idealiter allen een benodigd puzzelstukje in, maar daar zijn wel verbindingen tussen die verschillende partijen voor nodig. Denk aan een voetbalveld waarin elke linie (niveau) een ander doel heeft en logica kent (Boutellier, 2007), maar waar verbinding tussen de linies essentieel is om goed te functioneren. We bespreken eerst relevante actoren en niveaus die kunnen bijdragen aan een aanpak. Vervolgens beschrijven we aan de hand van de geïntroduceerde niveaus de aanpak van criminele inmenging op twee bedrijventerreinen: De Spaanse Polder en Noorderveld-Molletjesveer. We sluiten af met de lessen die we daaruit kunnen leren.


Relevante actoren voor de aanpak van criminele inmenging op bedrijventerreinen


Een deel van de oplossing om tot een succesvolle gezamenlijke aanpak op bedrijventerreinen te komen ligt in handen van de daar gevestigde bedrijven. Ten eerste door zelf weerbaar te zijn tegen criminele inmenging. Ondernemers die bewust zijn van de dreigingen en risico’s van criminele inmenging, kennis hebben van de signalen en de nut en noodzaak zien om daartegen op te treden, vormen een eerste en noodzakelijke buffer tegen criminele inmenging (Lees hier meer over hoe ondernemers weerbaar kunnen worden tegen criminele inmenging). Ondernemers en hun personeel kunnen daarnaast een belangrijke signaalfunctie vervullen. Hun betrokkenheid is echter niet vanzelfsprekend weten we uit eerder onderzoek, waardoor malafide praktijken in kwetsbare bedrijvengebieden onder de pet kunnen blijven: “Ondernemers in deze [kwetsbare] gebieden zijn gericht op hun eigen kortetermijnbelangen en zien niet het ondermijnende effect van die normloosheid op de lange termijn. In hun ogen is de overheid verantwoordelijk voor het aanpakken van malafide praktijken en zij zien daarin niet direct een rol voor zichzelf.” (Van Erp & Groenleer, 2007).

Ondernemers waarschuwen elkaar echter wel als ze bekend met elkaar zijn, zoals deze uitspraak van een ondernemer laat zien: “Laatst stonden er spotters achter bij mijn garage, die rondkeken of er iets te halen valt en of ze binnen konden glippen. In dit soort gevallen waarschuw ik meteen mijn buren op het bedrijventerrein. Ik krijg ook regelmatig een belletje of berichtje van mijn buren”. Zo weten ondernemers elkaar soms in lokale Whatsapp-groepen te vinden, waarin ze elkaar waarschuwen voor of helpen bij signalen van (ondermijnende) criminaliteit. Deze initiatieven kunnen bovendien een brug vormen naar politie en gemeenten.

Ondernemerscollectieven (bedrijvenverenigingen, ondernemingsraden) worden daarnaast vaak betrokken als er op bedrijventerreinen initiatief wordt genomen rondom criminaliteit, bijvoorbeeld bij de organisatie van ondermijningsvoorlichtingsavonden of dialoogsessies. Ook relevant in de context van bestrijding van criminele inmenging is het verband Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO-B). In deze publiek-private samenwerking werken ondernemers samen met overheidspartijen met het verbeteren van veiligheid en criminaliteitspreventie op het bedrijventerrein als doel. Publieke partijen als gemeenten en politie zijn nadrukkelijk betrokken bij de aanpak. Op operationeel niveau hebben de wijkagent, de gemeentelijke handhaver en de ambtelijke gebiedsprofessional een verantwoordelijkheid voor de veiligheid en criminaliteitspreventie op bedrijventerreinen. Ook private partijen als beveiligingsbedrijven, parkmanagement of vastgoedbeheer kunnen op operationeel niveau een rol spelen. Dergelijke partijen vormen een nodige bron aan direct en ‘formeel’ toezicht. De afwezigheid van dergelijk toezicht maakt een gebied kwetsbaarder (Mehlbaum, Schoenmakers & van Zanten, 2018). Kleine problemen kunnen bij het ontbreken van toezicht en handhaving groter worden, waardoor bedrijventerreinen in potentie kunnen uitgroeien tot ware vrijplaatsen (Bolsius, Höcük, Prüfer & Kolthoff, 2018).

Politie, gemeenten en andere overheidsinstanties zijn ook op strategisch niveau betrokken bij de aanpak van criminele inmenging op bedrijventerreinen. In 2018 werd landelijk een programmatische aanpak van ondermijnende criminaliteit afgekondigd2. Die programmatische aanpak is in (grote) gemeenten veelal vertaald naar een regio-gebonden aanpak van ondermijning. Zo voeren veel gemeenten een ‘Programma Ondermijning’, waarbij een samenwerking met partijen als politie, netbeheerders, OM, omgevingsdienst en branche-specifieke organisaties wordt opgetuigd ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Ook werden er voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit Regionaal Informatie- en Expertisecentra (RIEC) opgericht. Onder meer gemeenten, politie, OM, Belastingdienst, Douane en de FIOD werken dan samen aan grote en complexe ondermijningszaken. Ook stellen RIECs lokale ondermijningsbeelden op, waarin nadrukkelijke aandacht voor ‘criminele cumulatie’ op bedrijventerreinen (LIEC, 2019).

Drie niveaus aan verbindingen

De vraag die wij ons stelden was of er tussen deze verschillende actoren verbindingen bestonden op beide bedrijventerreinen, waar en hoe deze wellicht versterkt konden worden en welke functie deze verbindingen hadden in relatie tot de aanpak van criminele inmenging. We zoomen in op niveaus aan verbinding die kunnen bijdragen aan een gezamenlijke aanpak van criminele inmenging op bedrijventerreinen. Ten eerste kijken we naar de wisselwerking tussen individuele ondernemers en publieke partijen. We zien dat een relatie tussen beide, ondernemers bewuster kan maken van de problematiek en veelvoorkomende signalen en tegelijkertijd in mogelijkheden voorziet om laagdrempelig melding te kunnen maken van signalen of misstanden. Ten tweede kijken we naar relaties tussen ondernemers onderling en samenwerkingsverbanden waar ondernemerscollectieven onderdeel van zijn. Daarbij gaat het over de mate waarin ondernemers zich verenigen, en hoe de wisselwerking tussen ondernemersverbanden, politie, gemeente, parkmanagement, vastgoedbeheer verloopt. Ten derde kijken we naar de relaties tussen de partijen met een specialistische focus op het voorkomen of bestrijden van criminele inmenging, die met deze bril op een (in)directe of incidentele betrokkenheid hebben bij een bedrijventerrein. Voorbeelden zijn ondermijningsspecialisten van de politie, coördinatoren van een gemeentelijk programma Ondermijning en partnerorganisaties die in RIEC-verbanden samenwerken.


Aanpak van criminele inmenging: analyse van twee bedrijventerreinen


Nu duidelijk is hoe we in de context van criminele inmenging kijken naar collectiviteit op bedrijventerreinen, kunnen we gerichter kijken wat de functie en waarde er van is. Daarvoor introduceren we de data van de twee cases uit ons onderzoeksproject Red flags bij criminele inmenging: bedrijventerrein Noorderveld-Molletjesveer (NM) in Zaanstad en bedrijventerrein De Spaanse Polder en Noord-West (De SP) in Rotterdam. We lopen de verschillende niveaus af.

Ondernemers en publieke partijen

De mate van verbinding tussen ondernemers en publieke partijen verschilt sterk voor NM en De SP, met als gevolg dat het bewustzijn omtrent de problematiek en het laagdrempelig kunnen melden ook sterk varieert voor beide bedrijventerreinen.

Ondermijnende criminaliteit is een thema dat al enkele jaren geleden als probleem is erkend op De SP. Vanwege de vele incidenten en dreigingen vestigde in 2016 de gemeente Rotterdam met Team Galatee 7 zich permanent op De SP. Galateestraat 7 is een fysieke uitvalsbasis van overheidsdiensten in het gebied. Onder de slogan ‘Samen werken aan vitaal, verantwoord en veilig ondernemen’ werd intensief contact gelegd met ondernemers in het gebied. De aanwezigheid van Team Galatee 7 verlaagt de drempel voor ondernemers om contact te zoeken voor hun vragen en signalen te delen. Ondernemers die wij spraken lijken zich dan ook bewust van de dreigingen, de problematiek en de ernst ervan maar ook van hoe zij als ondernemer zelf een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding. Het team is voor ondernemers een ‘bekend gezicht’ en fungeert als aanspreekpunt, vraagbaak en communicator. Inmiddels weet – zo blijkt uit onze gesprekken met ondernemers en instanties – zeker een deel van de ondernemers de weg naar publieke partijen te vinden wanneer zij signalen waarnemen van (mogelijke) criminele ondermijning. Het persoonlijke en laagdrempelige contact met wijkagenten en team Galatee 7 wordt gewaardeerd door ondernemers die zich bewust zijn van de noodzaak tot revitalisering van het terrein.

De situatie op NM is in vele opzichten geheel anders. Ondermijnende criminaliteit of criminele inmenging zijn voor veel ondernemers nieuwe begrippen. Het gebied kent dan ook geen lange geschiedenis van criminaliteit. De problematiek wordt niet – of op zijn hoogst zwak – ervaren door ondernemers. De incidentie in officiële cijfers is relatief laag en de incidenten die er plaatsvinden zijn bij ondernemers veelal onbekend. Het is dus niet vreemd dat men weinig kennis heeft van, en alert is op de dreigingen en signalen op het bedrijventerrein. Daarnaast ervaren ondernemers dat overheidspartijen als gemeente en politie op een steeds grotere afstand van ondernemers op het bedrijventerrein staan. Door het lage niveau van bewustzijn en de gepercipieerde afwezigheid van overheidsinstanties komt de signaalfunctie van ondernemers op NM nog nauwelijks en incidenteel tot zijn recht. Politie en de gemeente Zaanstad ontvangen weinig meldingen uit een gebied waarvan publieke instanties zeggen dat de problematiek wel degelijk op een gemiddeld niveau aanwezig is en dat ‘slechts het topje van de ijsberg in beeld is’.

Ondernemersverbanden en samenwerkingsverbanden

Op De SP bestaat een grote diversiteit aan bedrijvenverenigingen en ondernemersnetwerken. Zo zijn er (minstens) zes ondernemersverbanden actief in het gebied. Zowel hun verschillende functies als de spreiding van leden in de verschillende verenigingen zijn onder meer te begrijpen als gevolg van de omvang van het gebied. Er zijn de afgelopen jaren verschillende initiatieven gestart om de versnippering en onderlinge concurrentie die dat tot gevolg heeft tegen te gaan, want het belemmert onderlinge uitwisseling en samenwerking. Zo is er een parkmanager aangesteld die tot doel heeft de dekkingsgraad van de ondernemersverenigingen te verhogen, en hebben er meerdere overleggen plaatsgevonden tussen de verenigingen om de Ondernemersvereniging Spaanse Polder (OVSP) nadrukkelijk te positioneren als centrale vereniging in het gebied. Door het recentelijk in het leven roepen van de Bedrijvenraad wordt dit proces verder versterkt. De bedrijvenraad wordt gevormd door een afvaardiging van ondernemers gelieerd aan de genoemde ondernemersverbanden en fungeert als centraal adviesorgaan en gebiedscommissie. Visies, belangen en krachten lijken zodoende steeds meer samen te komen, wat de collectiviteit ten goede komt. De regierol op het thema veiligheid ligt vooralsnog voornamelijk bij de publieke partners. Op het gebied van publiek-private samenwerking liggen nog kansen, bijvoorbeeld door nauwe samenwerking met de overheidspartners op te nemen in de invulling van het speerpunt Veiligheid van de bedrijvenraad.

In NM zien we één centrale, actieve bedrijvenverenging met een dekkingsgraad van ca. 25% van aanwezige bedrijven. De bedrijvenvereniging maakt werk van een veiliger en weerbaarder bedrijventerrein en investeert in parkmanagement (wekelijkse fysieke inspecties) en collectieve beveiliging (surveillance buiten kantoortijden). Beiden zijn in de optiek van ondernemers en instanties functioneel voor de bestrijding van criminele inmenging. Daarnaast is er op NM een actief en breed KVO, waarin ondernemers, wijkagenten, parkmanagement, collectieve beveiliging, bedrijvenvereniging, brandweer en gemeente deelnemen en onderling samenwerken. Hoewel dit niet primair dient om criminele inmenging op het bedrijventerrein te bestrijden, zorgen dergelijke initiatieven wel voor contact en korte lijnen, waardoor er meer samenhang tussen ondernemers onderling en tussen ondernemers en instanties ontstaat. Deze ‘verenigde’ ondernemers staan minder geïsoleerd en wisselen gemakkelijker veiligheidsinformatie uit, zowel met elkaar als met instanties. Er zijn diverse voorbeelden dat een signaal van een betrokken ondernemer via het KVO of de bedrijvenvereniging naar instanties is doorgespeeld, met als gevolg een integrale controle en de ontdekking van criminele activiteiten. De kanttekening daarbij is echter wel dat met circa driekwart van de bedrijven geen verbinding is of contact wordt onderhouden. Signalen van deze grote groep ondernemers zullen naar verwachting dan ook minder snel doorgegeven worden.

Institutionele ondermijningsaanpak

Beide bedrijventerreinen (De SP en NM) maken deel uit van gebieden waar samenwerkingsverbanden op stads- of regionaal niveau werken aan de aanpak van ondermijning. In De SP krijgt dit vorm met het RIEC-project Holsteiner, waarbij politie, belastingdienst, OM, gemeenten Rotterdam en Schiedam, en verschillende andere opsporings- en handhavingsdiensten specifiek in de context van dit bedrijventerrein samenwerken met een integrale aanpak. Op verschillende niveaus delen partnerorganisaties informatie, bijvoorbeeld fenomeengericht zoals het in kaart brengen van kwetsbare branches, of op bedrijfsniveau wanneer een specifieke onderneming wordt doorgelicht. Partnerorganisaties lichten risicobranches uit, treden gezamenlijk op bij misstanden en ontwikkelen een intensieve aanpak op de in het gebied aanwezige criminele structuren. Die integrale aanpak is noodzakelijk omdat controles en de aanpak van complexe zaken vaak niet door een enkele overheidspartij kan worden uitgevoerd. Team Galatee 7, en dan met name de stadsmarinier, vormt een essentiële linking pin in deze integrale aanpak. De medewerkers van Team Galatee 7 staan in directe verbinding met alle betrokken partijen, zoals ook met Team aanpak ondermijnende criminaliteit van de gemeente Rotterdam.

Daar waar in Rotterdam het institutionele netwerk een duidelijke focus heeft op één bedrijventerrein, De SP, zien we dat in Zaanstad niet. Daar volgt het institutionele netwerk een bredere regionale focus, zonder dat dit netwerk zich structureel vormt rond bedrijventerrein NM. Het institutionele netwerk wordt gevormd door onder meer gemeente Zaanstad, politie Zaanstreek-Waterland, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG), Belastingdienst en de Douane. Dit netwerk voert onder meer integrale controles uit bij bedrijfspanden, zo ook op NM. De aandacht voor NM van dit netwerk is daarmee incidentgestuurd. Bij voldoende signalen of een sterke informatiepositie, komen er bedrijven in het vizier als ‘verdacht’ en in aanmerking voor een integrale controle. Die integrale controles worden gezamenlijk opgezet en uitgevoerd. Wat betreft de verwevenheid tussen alle relevante partijen in het gebied is er bij NM nog winst te behalen. Zo staat het institutionele netwerk rondom ondermijning nog weinig in verbinding met de goed functionerende ondernemers- en samenwerkingsverbanden op bedrijventerrein NM. Die verwevenheid is nog incidenteel en ongestructureerd, waardoor er kansen op kruisbestuiving worden gemist.


Lessen rondom verbindingen op bedrijventerreinen en de aanpak van criminele inmenging


Door beide bedrijventerreinen te vergelijken, kunnen we lessen trekken over de waarde van aanwezige verbindingen in relatie tot de aanpak van criminele inmenging op bedrijventerreinen. Te beginnen op het niveau van ondernemers, in de wisselwerking met overheidsinstanties. Daarin zien we grote verschillen tussen De SP en NM. Onder meer vanwege de aanwezigheid van de problematiek, zien we in De SP een ‘dichtbije’ overheid en in NM een overheid die verderaf staat. Het gevolg is onder meer laagdrempelig contact met overheidsdiensten, waardoor – in ieder geval een deel van – de ondernemers middels bijeenkomsten en gerichte campagnes worden geïnformeerd over de risico’s en signalen van criminele inmenging en/of ondermijning. Het is aannemelijk dat deze laagdrempeligheid en overheidsaandacht voor ondermijnings-problematiek een positieve invloed heeft op de meldingsbereidheid op De SP. Voor het effectief betrekken van ondernemers bij een aanpak van criminele inmenging leren we hieruit twee dingen: maak criminele inmenging zichtbaar en bekend op een bedrijventerrein. Dit leidt bij ondernemers tot bewustwording en potentieel tot een verhoogde weerbaarheid. Daar is meer voor nodig dan een informatieavond, maar vraagt om een combinatie van initiatieven zoals het actief informeren van ondernemers over de risico’s en signalen van criminele ondermijning en/of inmenging zoals recent is gedaan met de meldingsbereidheid-campagne op De SP ‘Voelt het verdacht? Gewoon even melden!’. En ten tweede: aanwezigheid van en laagdrempelig contact met overheidsdiensten werkt. Een ‘bekend gezicht’ in de vorm van een wijkagent, accountmanager of stadsmarinier neemt voor ondernemers een belangrijke drempel weg, waardoor het melden van signalen eenvoudiger wordt gemaakt.

Op beide bedrijventerreinen zien we dat ondernemers en overheidspartijen zich verenigen en met elkaar samenwerken. In relatie tot ondernemersverbanden leren we dat het functioneren als één collectief werkt. Bij NM is er één centrale, actieve ondernemersvereniging met een relatief groot bereik. Dit zorgt voor duidelijkheid en onderlinge binding onder ondernemers, maar helpt ook als het gaat om korte lijnen houden met overheidspartijen. Daarnaast is een sterk collectief bij machte om te voorzien in relevante collectieve faciliteiten (parkmanagement, beveiliging, KVO). We zien dat deze vorm van collectiviteit op NM bijdraagt aan de bestrijding van criminele inmenging. Bij SP zagen we wat betreft aanwezige ondernemerscollectieven juist versnippering en concurrentie, wat de collectiviteit vooral belemmerde. De komst van de Bedrijvenraad – één orgaan, met een gezamenlijke focus – betekent mogelijk een doorbraak. Van zowel De SP als NM leren we dat een integrale benadering tussen overheidsdiensten ook zeker zijn steentje bijdraagt aan de aanpak van criminele inmenging. Door deze integrale zienswijze krijgt zowel samenwerking tussen overheidsdiensten als publiek-private samenwerking meer en effectiever vorm. Gegeven de dreigingen en feitelijke incidentie verschilt de ondermijningsaanpak van de twee bedrijventerreinen. Om deze reden bestaat bij De SP een structurele integrale aanpak voor specifiek dit bedrijventerrein. Tegelijkertijd zijn publieke en private partijen in de SP verder naar elkaar aan het bewegen, bijvoorbeeld door institutionalisering van de positie van ondernemers middels een bedrijvenraad. In de context van bedrijventerrein NM bestaat er geen structurele aanpak voor specifiek dit bedrijventerrein, maar is de aandacht incidentgestuurd. Het gevolg is dat dit ‘ondermijningsnetwerk’ nog enigszins los staat van publieke en private partijen en samenwerkingen die op het bedrijventerrein actief zijn. Daar ligt nog een kans voor kruisbestuiving.


Bolsius, Y., Höcük, S., Prüfer, P., & Kolthoff, E. (2018). Indicatoren van (georganiseerde) criminaliteit en ondermijning op bedrijventerreinen: een verkennende pilot voor de gemeente Tilburg. Tilburg: CentERdata/Tilburg Universiy.

Boutellier, H.J.C.J. (2007). Nodale orde: Veiligheid en burgerschap in een netwerksamenleving. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Erp, J. van, Groenleer, M. (2016) Normloosheid op het bedrijventerrein. Interview door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Geraadpleegd van: https://ccv-secondant.nl/platform/article/normloosheid-op-het-bedrijventerrein

LIEC (2019). Landelijk beeld van ondermijnende criminaliteit. Den Haag: LIEC.

Mehlbaum, S., Schoenmakers, Y., & Van Zanten, Y. (2018). Notoire Straten: Over de lokale inbedding van georganiseerde criminaliteit. Den Haag: DSU.